Programma's

Kansrijk opgroeien

Risico's

Risico 

Maatregel 

De Hervormingsagenda Jeugd heeft als doel om de kwaliteit, toegankelijkheid en beschikbaarheid van jeugdhulp te verbeteren. Aanname binnen de Hervormingsagenda Jeugd is dat hierdoor een besparing kan worden gerealiseerd binnen de jeugdhulp, die verwerkt is in een taakstelling voor gemeenten.  
Aangezien de gemeente Utrecht al vanaf de transitie van het sociaal domein in 2015 heeft ingezet op de transformatie van de jeugdhulp, is het besparingspotentieel van de Hervormingsagenda Jeugd beperkt. Wij voeren een groot deel van de Hervormingsagenda Jeugd al uit, zoals het bieden van basishulp via onze buurtteams en het wijkgericht organiseren van aanvullende hulp. In de vastgestelde beleidsnota Jeugd staan scherpere keuzes om de taakstelling te realiseren. Deze taakstelling hebben we meerjarig verwerkt binnen de programmabegroting Jeugd op de programmadoelstelling Aanvullende jeugdhulp. Het grootste financiële risico ligt dus in het wel of niet realiseren van deze taakstelling op de aanvullende jeugdhulp.  

De financiële bijdrage vanuit het Rijk voor onderwijshuisvesting – mede door de stijgende marktprijzen en duurzaamheidseisen die worden gesteld – is ontoereikend.  Door druk op de beschikbare ruimte wordt het duurder en ingewikkelder om nieuwe schoolgebouwen en kinderopvang in te passen. 

  • Versterken pedagogische basis en inzetten op collectief en groepsgericht werken om zo beroep op jeugdhulp te verminderen en beschikbaar te houden voor kinderen en gezinnen die dat nodig hebben. 
  • We monitoren met onze partners de kwaliteit, beschikbaarheid en bereik van de jeugdhulp. 
  • We lobbyen, indien mogelijk samen met de G4-steden en/of VNG op de Hervormingsagenda Jeugd en de vergoeding voor onderwijshuisvesting. 
  • Indien noodzakelijk stellen we het ambitieniveau van de projecten bij. Alleen is dit niet wenselijk gezien de ambities van de gemeente.  
  • We bouwen zo efficiënt en slim mogelijk en zoeken naar mogelijkheden om gebouwen buiten schooltijden te blijven gebruiken en functies in een gebouw te combineren. 
  • In het Integraal Huisvestingsprogramma is rekening gehouden met financiële uitdagingen die spelen bij onderwijshuisvesting, de ambities zijn bijgesteld. Naast de wettelijke eisen voldoen we alleen aan Utrecht Standaard Toegankelijk (UST), frisse scholen klasse B en energieneutraal bouwen (ENG) 

Met ingang 1 januari 2024 worden naar verwachting twee landelijke ontwikkelingen doorgevoerd: een landelijk tarief voor jeugdbescherming en jeugdreclassering en een caseloadverlaging waardoor meer jeugdbeschermers nodig zijn. Er zijn op korte termijn geen beleidskeuzes mogelijk voor gemeenten omdat dit landelijke afspraken zijn. Dit leidt mogelijk tot een financieel tekort voor alle gemeenten. 

  •  Er zijn inmiddels landelijke afspraken over tarief en caseloadverlaging gemaakt. Als gevolg van de landelijke afspraken is er een financieel risico.  

Door krapte op de arbeidsmarkt staat de personele capaciteit bij ons en onze partners (in (preventie, jeugdhulp, onderwijs en kinderopvang) onder druk. Dit kan leiden tot:  

  • Langere wachttijden waardoor jeugdigen en gezinnen niet tijdig de juiste hulp en ondersteuning kunnen krijgen.  
  • Toenemende druk op het (speciaal) onderwijs waardoor het moeilijker is om alle kinderen tijdig passend onderwijs te bieden.  
  • Hogere werkdruk voor professionals, met risico op uitval of vertrek uit de sector.   
  • Hogere kosten voor aanbieders specialistische jeugdhulp als gevolg van inhuur van zzp-ers. 
  • Vermindering van de kwaliteit van jeugdhulp en onderwijs. 
  • We werken samen met onze partners die samen inzetten op werving en behoud van professionals. We verkennen met partners hoe professionals flexibeler kunnen worden ingezet op basis van vaardigheden/vakbekwaamheid. 
  • Voor het onderwijs zetten we in op werving en behoud van leraren door middel van de aanpak ‘Utrecht leert!’. Daarin is specifiek aandacht voor het tekort in het speciaal onderwijs.   
  • Ook zetten onze partners meer in op groepsgerichte vormen van ondersteuning en e-health voor jeugdigen en gezinnen met een hulpvraag.  
  • Er is een voorrangsregeling op sociale- en middenhuur van woonruimte voor onderwijs- en zorgpersoneel gerealiseerd en komt er een onderwijsparkeerproduct voor onderwijspersoneel waarover nog een raadsbesluit moet worden genomen.   

Het lukt onvoldoende om de grondoorzaken van de vraag naar jeugdhulp (volwassenenzorg, bestaanszekerheid op gebied van inkomen/ financiën en wonen) aan te pakken, waardoor er toenemende vraag naar jeugdhulp blijft en wachtlijsten groeien. De druk op het (speciaal) onderwijs neemt hiermee ook toe.   

  •  We bevorderen de integrale samenwerking van Jeugd en andere domeinen zoals wonen, W&I, volwassen-GGz.  
  • We gaan meer sturen op de kerntaken van onze jeugdhulppartners en stimuleren partners om eerder/meer appel te doen op ondersteuning vanuit  aanpalende terreinen voor het aanpakken van grondoorzaken.  

Als gemeente hebben we beperkt invloed op wat ouders en andere inwoners voor elkaar doen en wat de maatschappelijke norm is voor ‘normaal’, Daarom lukt het mogelijk niet om voldoende de beweging naar voren en de cultuuromslag naar normaliseren te maken. Jeugdigen en gezinnen die steun nodig hebben, kunnen dit onvoldoende in hun eigen netwerk en omgeving organiseren, waardoor ze vaker een beroep doen op professionele hulp en de schaarste in de zorg toeneemt.  

  • We betrekken ouders en jongeren meer bij de ondersteuning die zij krijgen, door aan te sluiten bij wat zij zelf met hulp van hun netwerk en omgeving kunnen doen en dat te faciliteren.    
  • We kijken scherper naar de grenzen van de Jeugdwet die beroep doet op de eigen kracht van ouders, hun netwerk en de omgeving.  
  • We versterken de gemeenschapskracht door ouders actief te stimuleren elkaar te ontmoeten, contacten op te doen, elkaar te helpen en hun vragen te stellen aan de professionals in de wijk. Een voorbeeld van deze aanpak is de pilot de Familieschool in Overvecht. 

De bibliotheek kampt met mogelijke tekorten in de bedrijfsvoering, onderhoud en andere kosten. 

Dit risico is niet meer actueel. De raad heeft in 2024 de nieuwe beleidsnota bibliotheek 2024 – 2034 vastgesteld. Dit biedt de gemeente een inhoudelijk sturingskader en monitoringsinstrument voor de gesubsidieerde activiteiten van Bibliotheek Utrecht. De nota biedt de bibliotheek een richtinggevend en transparant meerjarenbeleids- en handelingsperspectief om uitvoering te geven aan de subsidie activiteiten tot 2034 en tot een optimale maatschappelijke rolvervulling te komen. In het geval van financiële knelpunten en/of begrote tekorten kunnen eventuele noodzakelijke keuzes en besluiten beter onderbouwd worden gemaakt. 
In 2025 komt er een zorgplicht voor gemeenten en provincies om de toegang tot de openbare bibliotheek te waarborgen, waarbij het Rijk ook structureel extra middelen vrijmaakt. Mede door de afspraken in de nieuwe beleidsnota als de extra middelen die worden toegekend, vervalt het eerder beschreven risico in die vorm.

Deze pagina is gebouwd op 05/14/2025 15:46:18 met de export van 05/14/2025 15:33:59